Verwerkingsvoorschriften

Gelijmde Flexsom daksysteem

Richtlijnen bij de verwerking van Flexsom dakbanen, gelijmd met Polyfix PU-lijm op isolatie, hout, beton, metaaloppervlakken, cellenbeton/gasbeton of bitumen.

De ondergrond dient vrij te zijn van zichtbaar water, stof, losliggende delen, olie en vet voor het aanbrengen van de lijm en dakbedekking op het oppervlak

De ondergrond moet vlak zijn en voldoende stevig om de te verwachten belastingen op te nemen.

Type isolatieplaten:

– Geëxpandeerd EPS: gecacheerd met (gebitumineerd bezand) glasvlies of aluminium laminaat.

– PUR/PIR: gecacheerd met (gebitumineerd bezand) glasvlies of aluminium laminaat.

– Minerale wol: deze moet voorzien zijn van een bitumen impregnatie.

– Cellenglas: moet eerst voorzien worden van een vol- ledig gekleefd bitumineus membraan.

Bevestiging van isolatie platen

Wanneer op isolatieplaten gelijmd dient te worden, moeten deze eerst voldoende bevestigd worden om de te verwachten belasting te kunnen opnemen. Ook de interne hechting en de hechting tussen isolatiemateriaal en eventuele cacheerlaag moet voldoende zijn. De isolatiepanelen moeten beschikken over een technische goedkeuring en moeten geschikt zijn voor verlijming van Flexsom dakbanen. Polyfix lijm die gebruikt wordt voor het verlijmen van dakbanen kan ook gebruikt worden voor het verlijmen van isolatieplaten.

Polyfix PU-lijm installatierichtlijnen

De Polyfix PU-lijm mag alleen bij droog weer en bij een buitentemperatuur van minimum 5°C aangebracht worden. Na het voorbereiden van de ondergrond wordt de Flexsom folie uitgerold en verlijmd door middel van de Polyfix PU-lijm.

De Polyfix lijm wordt rupsvormig (rechtlijnig) verdeeld op de ondergrond en gelijkmatig verdeeld worden op het oppervlak door middel van een wisser. De isolatieplaten worden geplaatst en aangedrukt binnen de 3 minuten nadat de lijm aangebracht was.

Langs dakrand: min. 2m breed lijm strepen aanbrengen h.o.h. ca. 20 cm, dus 10 strepen. Rest dakvlak: h.o.h.

33 cm, dus 6 strepen. Lijm altijd uitvlakken!

 

Verlijmen op hout:

Houten delen of platen die deel uitmaken van de dakconstructie waarop de dakbedekking wordt aangebracht, moeten waterdicht zijn en zodanig zijn aangebracht dat het oppervlak gesloten is en onderlinge verticale bewegingen uitgesloten zijn. De platen mogen in hoogteligging onderling niet meer afwijken dan 3 mm.

Verlijming op Beton, gasbeton/cellenbeton en egalisatielagen

Bij verlijming op egalisatielagen moet de lijm gelijkmatig uitgestreken. Bij verlijming op cellenbeton/gasbeton bedraagt de minimale kwaliteit CC 3/500 (NBN B21-004) met een druksterkte > 3,00 N/mm².

Verlijming op Bitumineuze dakbedekking (bezand of met leislag)

Bij verlijming op bestaande dakbedekking dienen eventuele oneffenheden afgevlakt te worden, blazen worden opengesneden en losliggende delen worden verwijderd. Zichtbaar water dient te worden verwijderd. Een goede hechting tussen de bestaande lagen is belangrijk.

Verlijming op Metaaloppervlakken

  • Verzinkte of alu-verzinkte staalplaat (dient vetvrij te zijn)
  • lood

Lijmverbruik

Afhankelijk van het soort ondergrond en de windbelasting wordt de hoeveelheid lijm en de verdeling ervan op het oppervlak bepaald.

Bij glad oppervlakken ca 150 g / m2 en anders 250 g / m2 voor leislag en andere oppervlaktes

Bovengenoemd verbruik is indicatief. De kwaliteit van de lijmverbinding hangt niet af van de dikte van de lijm laag, maar wel van een gelijkmatige verdeling van de lijm.

 

Uiteinden van de dakbaan (stootnaden/kopsekanten) worden tegen elkaar gelegd. De afwerking gebeurt met een 100 mm of 250 mm brede strook Flexsom V detailfolie die op beide dakbanen wordt gelast (zie Fig).

 

Verlijmde randafsluiting

De randen van de Flexsom folie (vliesvrije PVC folie) wordt aan de onderkant gelast met een lasapparaat, (zie foto) of hand föhn

 

Aansluitingen en detailafwerking

Indien geen directe aansluiting aan de vliesvrije rand van de dakbaan mogelijk is, wordt een afdekstrook gebruikt bestaande uit Flexsom V detailfolie.

Voor aansluitingen aan daktrimmen of aan details als lichtkoepels wordt de Flexsom baan doorgezet. Dakdoorvoeren worden met de ongewapende Flexsom V detailfolie uitgevoerd. Alle aansluitingen worden ongeacht de randbevestiging winddicht uitgevoerd. Dit kan uitgevoerd worden door een volvlakkige verlijming van de opstand met Polyfix PU-lijm.

 

 

Scroll naar top